De waarheid gelogen

Sprong der paarden, 1984 © Gertrudsdottir

“O vader!” riep Ubbe. “Dan heb ik de waarheid gelogen!”

 

In de sprong der paarden en de zoete zee verhaalt Harry Mulisch de mythe van het voormalige Zuiderzee-eiland Schokland. Het is, aldus de verteller, een bericht dat dient ‘om een inzicht te krijgen in de ondergang en het hoge behoud van de menselijke geest’. In al zijn beknoptheid is het met zijn 31 bladzijden een schoolvoorbeeld van wat literatuur vermag.

De lezer ontmoet de schuchtere 13-jarige scholier Gustaaf Nagelhout, die een hoofse liefde opvat voor het meisje Bessie. Wat hij ook probeert, zij ziet hem niet staan en terwijl de jongen ziek wordt van ellende, verongelukt het voorwerp van zijn aanbidding.

Op de dag van haar begrafenis wordt Gustaaf, terwijl hij probeert deze tragedie te beschrijven in zijn strafwerkschrift, vertrappeld door een galopperend paard. Het schriftje wordt gevonden door een postbode die, gegrepen door een verhaal waar hij niets van begrijpt, de dag erna op zijn ronde door de straten passages eruit voorleest.

Een van zijn toehoorders, ene Ubbe, is diep onder de indruk en vertelt wat hij heeft gehoord op zijn eigen manier weer door aan zijn hoogbejaarde vader Gnodde, die hem korzelig verwijt dat het allemaal leugens zijn – op dat moment doet Ubbe de hierboven aangehaalde uitspraak.

Als ook Ubbe plotseling sterft, is voor de oude Gnodde eindelijk het moment daar om terug te keren naar het (door inpoldering verdwenen) eiland waar hij en zijn broers vandaan komen. In een gammel scheepje gaan de vijf oude Schoklanders te water, en terwijl Gnodde de ingrediënten van het verhaal dat zijn zoon hem vertelde omsmeedt tot een soort oud-Noorse saga over het zoet worden van het zeewater en de teloorgang van Schokland, gaat langzaam de zon onder en zakt de wrakke botter van de gebroeders Joziasse onafwendbaar naar de zwarte diepten van het huidige IJsselmeer.

◊◊◊

H. Mulisch, de sprong der paarden en de zoete zee, 1954.

Prent: Sprong der paarden, 1984. Kalligrafie © Gertrudsdottir. Inkt, potlood en ecoline op met koffie getint papier, 50×65 cm in lijst.