Allemaal hebben we in wezen dezelfde neiging, namelijk om de verschillende stadia van ons leven te blijven zien als het resultaat en de optelsom van wat ons overkomen is en van wat we bereikt hebben en van wat we verwezenlijkt hebben, alsof dit alleen ons leven bepaalt. En we vergeten bijna altijd dat elk pad ook bestaat uit wat we verloren hebben, van wie we afscheid genomen hebben, uit onze omissies en uit onze onvervulde verlangens, uit wat we op een bepaalde dag terzijde geschoven, niet gekozen of niet volbracht hebben, uit talloze mogelijkheden waarvan de meeste – uiteindelijk allemaal behalve één – geen werkelijkheid geworden zijn, uit onze aarzelingen en twijfels, onze dagdromen, onze plannen die niet gerealiseerd zijn en uit valse of halfhartige verlangens, uit de angsten die ons verlamd hebben, uit wat we achtergelaten hebben of wat ons heeft achtergelaten. Misschien bestaan we, kortom, evenzeer uit wat we niet geweest zijn als uit wat we zijn, evenzeer uit het onzekere, onaffe en verwarde als uit het deelbare, kwantificeerbarve en gedenkwaardige; misschien zijn we in gelijke mate gemaakt uit dat wat zo had kunnen zijn en dat wat is.
– Javier Marías
◊◊◊
Javier Marías, What Does and Doesn’t Happen, 1995. Vert. G. Meijsing.
Ik ‘vond’ dit citaat in de scheurkalender van Geerten Meijsing, Literair 2011 – een wandeling door mijn boekenkast. Het Nederlands is vermoedelijk van hem.
Prent: Rhus typhina (fluweelboom), 2009. Diapositief. Beeld © Gertrudsdottir.