Hoe schrijf je een leesrapport?

Het leesrapport
Literaire uitgevers en hun acquirerend redacteurs vragen erom, marketing- en verkoopmedewerkers kunnen niet zonder: een helder, informatief, compleet boekverslag ofwel leesrapport. Lees hier hoe je zo’n rapport schrijft.

Wat is het?
Een neutraal geformuleerde beschrijving van een nog niet in het Nederlands gepubliceerde, literaire titel.

Wat staat erin?
Naam auteur, titel manuscript/boek, korte bio/bibliografie van de auteur, samenvatting (synopsis) van het verhaal, situatie- en locatieschets, karakteristiek van de voornaamste personages, analyse van stijlmiddelen en literair gehalte, kenmerken op het gebied van genre, thema, actualiteit, uniciteit, vertaalbaarheid en beoogd publiek.

Voor wie schrijf je het?
In de eerste plaats voor iemand die (vanwege de taalbarrière, wegens tijdgebrek of allebei) het besproken manuscript of boek níét gaat lezen, meestal de uitgever of acquirerend redacteur. Het leesrapport is een van de instrumenten die bij de uitgeefbeslissing een rol spelen.
In een ‘tweede leven’ biedt het rapport een schat aan informatie aan de fondsredactie (waar aanbiedings- en omslagtekst worden geschreven) en de afd. marketing/verkoop/promotie (ter ondersteuning van het marketingplan + inhoudelijk informeren van boekhandelaars).

Wanneer schrijf je het?
In opdracht van de uitgever of op eigen initiatief (bijvoorbeeld als onderdeel van je scoutingactiviteiten). Hou in beide gevallen rekening met eventuele eisen die de uitgeverij aan het leesrapport stelt

Hoe ziet het eruit?
Over het boek (technische gegevens)
naam auteur, titel, uitgever + jaar van uitgave, pagina’s (ms.: aantal woorden), foto’s/illustraties, genre, nawerk, noten

Over de auteur (bio- en bibliografische gegevens)
vermeld hier ook evt. prijzen, verfilmingen, bijzondere omstandigheden, website auteur, eerder in het Nederlands verschenen titels + uitgever

Samenvatting (hoe verloopt het verhaal? / korte inhoud)
geef een synopsis van max. 750 w.; bij verhalenbundel: ca. 150 w. per verhaal

Kenmerken van het boek (vorm/structuur, wie, wanneer, waar, wat, hoe)

  • vorm en structuur > hoe is het verhaal ingedeeld: is er een proloog/een epiloog, zijn er delen, hebben de hoofdstukken titels of zijn ze alleen genummerd, zijn het lange lappen tekst of juist korte alinea’s, is er veel wit op de pagina? vermeld hier ook opmaakbijzonderheden zoals ingesprongen citaten, briefvorm, vrije regelval.
  • personages (wie) > beschrijf de voornaamste personages; zijn ze levensecht of door de plot aangestuurde pionnen – is dat een bezwaar of juist helemaal op zijn plaats?
  • tijd en plaats (wanneer & waar) >is het verhaal gebaseerd op historische feiten, is het puur fictief, een geromantiseerde biografie, een mengvorm? kom je feiten of data tegen die niet lijken te kloppen?
  • plot (wat) > wat gebeurt er, is er spanningsopbouw, hoe krijgt die gestalte, worden er cliffhangers ingezet, werken die? zijn er subplots, uitweidingen?
  • taal en toon hoe wordt het verhaal verteld? > vertelwijze (identificeer de vertelinstantie: is die alwetend en anoniem, naïef of onbetrouwbaar?), perspectiefwissels, chronologie (flashbacks), beeldtaal, stijlkenmerken, symboliek, ironie, woordspelingen, citaten (literair? Bijbel?); zijn er (lange) beschrijvingen of juist veel dialoog, monologue interieur, gedachten? is er dialect of jargon, is het toegankelijk geschreven of lastig te volgen (maar juist daardoor intrigerend of interessant)?
  • genre, thema(’s), trefwoorden > ‘vang’ het verhaal in trefwoorden die de lading dekken. Is er een ‘rode draad’? Zijn alle thema’s van evenveel belang?
  • actualiteit > hoe herkenbaar is het verhaal? Haakt het in op hedendaagse situaties, ademt het een grootstedelijke/ exotische/ vervreemdende sfeer, is het onthullend of verrassend?
  • uniciteit > hoe bijzonder of uniek is het verhaal? noem hier ook auteurs/ titels (boeken, evt. films) waar je onder het lezen aan moest denken.

Titel
Wat betekent de titel? Zijn er meerdere betekenissen mogelijk? Hoe belangrijk is de titel? Doe evt. suggesties voor een (alternatieve) Nederlandse titel.

Beoogd publiek
Wie gaat dit boek lezen? Denk aan leeftijd, interessesfeer, niveau.

Oordeel
Jouw visie als lezer. Geef hier je persoonlijke oordeel.

Hoeveel pagina’s heeft het?
Hoe minder, hoe beter.

Wat heb je er zelf aan?

  • lees- en schrijfervaring opdoen
  • naamsbekendheid verwerven
  • je geeft er je ‘visitekaartje’ mee af bij de uitgeverij
  • bruikbaar bij subsidieaanvraag

Tips

  • Stuur een proefvertaling mee van een typerende passage (A5), om je opdrachtgever een idee te geven van taal en toon, én om te laten zien wat jij als vertaler in je mars hebt.
  • Laat een kritische meelezer (‘advocaat van de duivel’) je rapport (en je proef) beoordelen voordat je ermee naar de uitgever stapt.
  • Doe routine op: begin met collega-werkzoekenden een leesclub en schrijf rapporten over de boeken die jullie lezen; vraag een vertaler mét opdracht of je mag meelezen.

◊◊◊

‘Hoe schrijf je een leesrapport’ was onderdeel van de studiemiddag ‘Vertalers en uitgevers’, georganiseerd door het Expertisecentrum Literair Vertalen.
Tekst © Laura van Campenhout, 2014, 2018. Reproductie met naamsvermelding is toegestaan.

In de Kennisbank van het Expertisecentrum Literair Vertalen is een op bovenstaand verhaal gebaseerd artikel opgenomen over het hoe en waarom van een leesrapport voor literaire uitgeverijen.