Na de oorlog trok mijn vader, Europa zat, naar de Verenigde Staten. Toen hij terugkwam zat er een Amerikaanse playlist in zijn hoofd die er zijn verdere leven is blijven zitten. Er werd dagelijks een vast repertoire aan liedjes gefloten, gezongen en ge-pa-doedapt, en die soundtrack ging net zo bij hem horen als het gehoest bij het opstaan en het witbrood met suiker waarmee hij de broodmaaltijd afsloot.
Pas heel veel later, zelf was hij er al lang niet meer, drong tot mij door dat het deuntje dat ik hem alle dagen bij het weggaan en thuiskomen had horen fluiten, in 1942 een hit was voor Ella Fitzgerald: ‘I’m beginning to see the light’.
‘Hey Ba Be Reeba’ (van Lionel Hampton) kwam ik opnieuw tegen in een boekvertaling die ik aan het corrigeren was. En de overdosis Ray Conniff Singers die ik in mijn prille jeugd te horen heb gekregen heeft mij nimmer meer verlaten, want pa-doe-dappen doe ik zelf ook al mijn hele leven.
Alleen als het grote vakantie was klonk er vanachter het stuur, voor de duur van de rit naar de Méditerranée, iets wat niet made in USA was: Charles Trenets ‘Douce France’.
Van Frank Sinatra had hij gewoon alles op zijn playlist staan, al heb ik hem Ol’ blue eyes niet vaak horen nazingen. Toch lijkt Only the Lonely voor hem geschreven.
◊◊◊
Frank Sinatra, Only the Lonely, 1958. Luister hier naar de titelsong.
Prent: Siena, 1982. Foto © Gertrudsdottir.