Als das Kind Kind war,
wußte es nicht, daß es Kind war,
alles war ihm beseelt,
und alle Seelen waren eins.
– Peter Handke
Met stijgende verbazing Der Himmel über Berlin zitten kijken, de gelauwerde film van Wim Wenders en Peter Handke. Vooraf was ik ervan overtuigd dat ik, al zo lang fan van Wenders, hem al eens gezien had, maar dat geloof ik nu niet meer.
Er zit altijd een risico aan, aan boeken herlezen, films opnieuw bekijken – niet de werken veranderen, jij verandert, en tussen de onbevangen euforie van toen en het nuchtere heden kan een kloof gapen die niet in alle gevallen te overbruggen is.
In het geval van Wenders’ wolkenmannen die in trenchcoat door het Berlijn van vóór de Wende dwalen gaapt de kloof kennelijk niet tussen de ooit al eens genoten film en mijn tweede, mogelijk nostalgischer c.q. cynischer bezichtiging, maar tussen mijn denkbeelden over een film die ik nooit heb gezien en de feitelijke, eigenlijk dus eerste, bezichtiging. En dat roept de vraag op: waar komen dan die denkbeelden vandaan?
Ik roep wel dat ik fan ben van Wenders, maar eigenlijk heb ik zijn werk maar een tiental jaren bijgehouden, vanaf Falsche Bewegung uit 1975 tot Paris, Texas uit 1984, een film waar ik na herhaalde pogingen helemaal niets mee kan. In die tien jaar filmproductie zitten juwelen als Im Lauf der Zeit, Der amerikanische Freund en Der Stand der Dinge, en niet te vergeten Hammett: stuk voor stuk films die op mijn netvlies staan gebrand.
Der Himmel kwam pas daarna, en gezien mijn teleurstelling in Paris, destijds, is de kans groot dat de nieuwe Wenders me niet meer naar het filmhuis heeft kunnen lokken.
Ik vermoed dat mijn beeldvorming uit het boek komt dat Wenders en Handke over hun film hebben gemaakt en dat ergens in de jaren negentig in mijn bezit kwam. Er staan veel filmstills in en het bevat de integrale weergave van alle gesproken (en gedachte) dialoog, gekoppeld aan een summiere beschrijving van inhoud en duur van alle 7056 shots waaruit de film bestaat.
Het is een boek waarin ik geregeld blader, vanwege het gedicht van Handke, dat als een soort grondtoon door het hele verhaal heen loopt. En pas nu, bij het bekijken van de film ‘in het echt’, dus niet aan de hand van de in het boek beschreven sequenties en stills die ik al zo vaak heb zien langskomen, zie ik de romantiek, de melancholie en de ironie, thema’s die, vertegenwoordigd door de wolkenmannen Damiel, Cassiel en Peter Falk, in verschillende doseringen de film dragen en, naar mijn idee, af en toe zwaar en nadrukkelijk maken wat vederlicht en vluchtig beter tot zijn recht was gekomen.
En toch, ook al kan voor mij Der Himmel niet tippen aan Wenders’ minder toegankelijke, suggestievere vroege filmwerk, hoorde ik af en toe engelen zingen.
◊◊◊
Wim Wenders, Der Himmel über Berlin. 1987.
Met daarin opgenomen, Peter Handke, ‘Lied vom Kindsein’.
Der Himmel über Berlin. Ein Filmbuch von Wim Wenders und Peter Handke. Suhrkamp 19904.
Handke’s ‘Lied vom Kindsein’ staat online, hier in het Duits en hier in het Engels.
Prent 1: ‘Der Himmel über Breda’. 2009. Foto © Gustave Petit.
Prent 2: Michael in Zwolle. 2011. Glassculptuur van Herman Lamers. Naar verluidt stond in vroeger tijden op deze plek eerst de schandpaal, later Rodins Adam. Die staat nu om de hoek. Foto © Gertrudsdottir.