Dubbel gefilterd

2013_0577 wisteria takken wit FOTO GERTRUDSDOTTIR

Hij zag zo goed dat de desolate grijsbruine steppe voor hem altijd vol leven en inhoud was.

Wie is deze hij?
Hij is Vasja, een voerman die we tegenkomen in ‘De steppe’, een lang kort verhaal van Anton Tsjechov, geschreven in 1888, toen de auteur 28 jaar was. Vasja wordt door de andere voermannen geroemd om zijn scherpe blik, maar ik denk dat Tsjechovs eigen blik nog scherper is.

Vat even samen?
Ivan K., handelaar in wol, reist in de brik van koetsier Deniska van het dorpje N. over de steppe naar de grote stad in gezelschap van de bejaarde dorpspriester vader Christofor en Ivans negenjarige neefje Jegori, die door zijn moeder naar het gymnasium wordt gestuurd. De reis duurt een paar dagen, maar al de tweede dag laat K. zijn neefje ‘overstappen’ op de achterste wagen van een wolkaravaan die ook die kant opgaat, zodat hij zelf zijn handen even vrij heeft. De jongen leert de voermannen kennen en maakt een zwaar onweer mee. Hij komt ziek in de stad aan, waar oom K. hem bij zijn nieuwe kosthuis aflevert.

Perspectief?
Er is een anonieme verteller, die ons door de ogen van het kind Jegori laat kijken zonder zelf helemaal afwezig te zijn. Hierdoor zien wij flora, fauna, personages en gebeurtenissen in het verhaal door het dubbele filter van de naïeve blik van het kind en die van de alwetende volwassen verteller, die geregeld suggereert dat Jegori het later, als hij meer levenservaring heeft opgedaan, ongetwijfeld met hem, de verteller, eens zal zijn. Ook gesprekken tussen volwassenen worden via Jegori weergegeven, vaak nader ingekleurd door vertellerscommentaar.

Is er een boodschap?
Niet echt, maar er staat wel van alles tussen de regels. Allereerst (en dat staat natuurlijk ook al in de titel van het verhaal, dus heel gek is het niet) dat de ware hoofdpersoon van dit verhaal geen mens is maar de grote, onveranderlijke, onverschillige steppe. Als er al een boodschap is, is het deze: mensen kunnen vinden of geloven wat ze willen, maar de natuur zal ze allemaal overleven.
Voorts is er de onverschillige houding van K. tegenover zijn neefje, wat deels pragmatisch is maar ook blijk geeft van een gevoelloze ziel. Er is het schrijnende contrast tussen de relatief welvarende wolhandelaar die niets doet dan mopperen en zuchten en de doodarme voermannen, boeren en andere sloebers onderweg, die echt niets hebben.

Oordelen over de onmetelijke diepte en de bodemloosheid van de hemel kun je alleen op zee en ’s nachts in de steppe, als de maan schijnt.

Stijl?
Naturel. De beschrijvingen zijn beeldend en gedetailleerd, je ziet het tafereel moeiteloos voor je. Meest uitgesproken stijlkenmerk is de personificatie van de natuur, die veel aandacht krijgt. Hieruit spreekt zowel Tsjechovs intieme kennis van de steppe als zijn liefde voor het landschap: ‘De bedrogen steppe hernam haar treurige juli-aanblik’.
Het perspectief van het kind zorgt voor verrassingen, zoals ‘een gezellige groene begraafplaats’ waar ‘vrolijke witte kruisen’ staan: Jegori begrijpt nog niet goed wat het wil zeggen als iemand dood is, hij vertelt over zijn oma dat ze ‘tot haar dood levend was geweest … maar nu sliep ze alsmaar’. Ook heeft hij medelijden met zijn nat geworden kruidkoek.
Vanwege het naïeve perspectief is alleen met een omweggetje te merken dat Jegori uit de bezittende klasse komt: de voermannen met wie hij reist, zijn berooid en hebben allerlei gezondheidsproblemen, maar daar leven ze mee omdat er voor hen geen alternatieven zijn. Zij zien al aan zijn kleding dat de jongen er geen van hen is.

Advies?
Haal het in huis, lees het. Op je gemak. Ervaar de steppe in je luie stoel, zonder de afleidende muziek, zonder de unieke filmbeelden. De pure kracht van de vertelkunst. Zeer de moeite waard.

◊◊◊

Anton P. Tsjechov, De steppe; verhaal van een reis. In Verzamelde werken 3, vert. A. Prins.
Prent: Thuis, 2013. Foto © Gertrudsdottir.