De reiziger die vliegtuigen en snelwegen mijdt komt bij de spoorwegen terecht. Waar hij voor een buitenlandse reis de meest bizarre routes krijgt aangeboden, met als argument dat die nu eenmaal sneller zijn. Het is nog een heel karwei om zo’n boekingssite ervan te doordringen dat het je níét om snelheid gaat (en er liever ook niet zo’n smak geld aan uitgeeft), en zelfs de bemenste helpdesk slaagt er maar ten dele in om de HSL-obsessie van het boekingsprogramma te omzeilen. En dan nog, alles moet vooraf gepland, geboekt, gereserveerd, afgerekend worden. Alles. En wees er snel bij! Want wie niet per direct toehapt, vist achter het net! Nog twee stoelen beschikbaar! Nog één…!
Lieve help, wat is er met het reizen gebeurd? Waar zijn de tijden dat een reiziger op goed geluk vertrok en wel zag hoever hij kwam? Die misschien weleens een aansluiting miste maar dan gewoon op de volgende wachtte? Die zijn telefoon thuis liet, de deur achter zich dichttrok en heerlijk de hort op ging, écht ins Freie hinein?
Op de kaart van Europa trek ik een denkbeeldige lijn tussen mij en mijn reisdoel, vijf landen en meer dan duizend kilometer verderop. In een continent dat vele duizenden kilometers spoorlijn in gebruik heeft waar géén HSL op rijdt, ligt daar het avontuur.
Wij Nederlanders hebben daar een woord voor, ongepland op reis gaan. Je doet dat op de bonnefooi. We hebben het vast ooit van de Fransozen geleend en niet meer teruggegeven – je kunt er nog restjes bonne foi in zien. En ik ben ervan overtuigd dat hij zelf ook nog bestaat, die bijzondere variant van ‘op goed geluk’, de bonnefooi. Hij zit vast ergens waar de algoritmen van de bookingsites er geen weet van hebben. Waar snelheid er minder toe doet dan het plezier in de reis, het avontuur van het ongewisse.
◊◊◊
Prent: Het station van Den Bosch, 1981. Foto © Gertrudsdottir.