Objet trouvé

2019-7122 grimm schutblad boekenlegger FOTO BOF - GERTRUDSDOTTIR

Het is zomer.

Bij de glasbak. Achterbuurvrouw C, we delen al meer dan dertig jaar een brandgang, komt aanstappen op haar hakken, en ik – die in al die jaren in totaal misschien tien woorden met haar heb gewisseld – spreek haar onverhoeds aan, vertel haar dat mijn lief de bouillongeuren die bij haar keukenrooster ronddreven altijd zo lekker vond ruiken. Ze is vergulder dan ze wil laten merken en wil gaan bagatelliseren, dat het heel gewone kruiden zijn, hoe simpel het is, soep maken, dat kan toch iedereen … ik moet haar in de rede vallen, toch even checken of ze het eigenlijk wel weet. Nee dus. Ze weet niet dat haar toegewijde bouillonsnuiver een paar jaar terug plotseling is overleden, al had ze wel geregistreerd dat zijn bus nooit meer op de parking meer stond maar dacht dat hij ander werk had. Om het ongemakkelijke moment weg te poetsen babbelen we maar even verder.

De dag erna is de enige vrije stoel in de apotheek die naast haar – weer een praatje, nu over de ouderdom en de gebreken. C. is op driekwart van de eeuw, de klachten stapelen zich op. Maar nog voordat mijn kwalen aan de beurt zijn mag ze door naar de balie.

Later sta ik mijn kassabon te checken bij het bomvolle weggeefboekenkastje bij de AH als mijn oog valt op een kloeke uitgave van Sprookjes voor kind en gezin van de gebroeders Grimm, in een vergeelde plastic hoes die de rode linnen kaft langdurig moet hebben beschermd tegen allerlei onheil. Ik sla het boek open. Op de eerste bladzij, in de rechter bovenhoek, staat kordaat de naam van de voormalige eigenaresse: mijn nieuwe bff, C.

Thuis gaat de hoes er meteen af en ik besteed een verlengde middagpauze aan bladeren in deze vondeling – die, wonderlijk genoeg, zijn komst naar hier al min of meer had aangekondigd toen ik, kort voor mijn eerste treffen met C., in een slapeloze nacht, na wat gerommel in de boekenkast op de logeerkamer mijn schamele fotokopie van de Duitse versie van Märchen Nr. 4 heb liggen herlezen en de nacht erna van een omslag en belettering heb voorzien.

2019-7107 Grimm Märchen 4 FOTO GERTRUDSDOTTIR

En nu liggen er ineens álle sprookjes van Grimm, een boekwerk van nog net geen 500 bladzijden, in een nieuwe Nederlandse vertaling, aldus de trotse tekstbezorgers (de uitgever is Lemniscaat, dus heel wat adel in de redactie), maar wel anno 1974, waarbij, ‘in deze tijden van taalverarming’, is gestreefd naar een correcte en volledige weergave van de originele tekst (inclusief, onder meer, de woordkeus van Wilhelm en Jakob, hoe archaïsch ook; hun neiging om in herhaling te vallen; hun volumineuze volzinnen) zomaar bij mij op tafel. Ze krijgen een soortgelijke behandeling.

Dank je wel, C.

◊◊◊

Grimm, Sprookjes voor kind en gezin; Volledige uitgave in nieuwe vertaling van de 200 sprookjes en 10 kinderlegenden verzameld door de gebroeders Grimm. Rotterdam: Lemniscaat, 1974. Met het voorwoord dat Wilhelm en Jacob Grimm in 1819 voor het tweede deel van hun Kinder- und Hausmärchen schreven. Div. vertalers en tekenaars.

Prent 1: Grimm, Sprookjes voor kind en gezin. Schutblad: Hessen (kaart 18), gevonden in Vogels Karten des Deutschen Reichs.
Prent 2: Grimm, Sprookje nummer 4 in een nieuw jasje. Omslagbeeld van Laura Gilpin, Ghost rock, 1919.
Prent 3: Grimm, Sprookjes voor kind en gezin ervoor en erna. Omslagbeeld van Aubrey Beardsley, Morte d’Arthur, 1893.

P.S. Ik had het al eerder gedaan: een boek van een vers stofomslag of een nieuwe vaste kaft voorzien. Met vermelding van de zich achter de naam ‘BOF’ (tegelijk pseudoniem, acroniem met wisselende betekenissen en huldeblijk aan de gelijknamige speelfilm van Claude Faraldo uit ’71 – die had zo’n impact dat bof nog steeds met voorsprong mijn favoriete Franse woord is) verschuilende maker in het colofon.
Destijds was ik vaardiger met pen, penseel en inkt, dus deed ik alles met de hand. Nu plunder ik de kunstboeken in mijn kast, knip en plak, en print de belettering op het gewenste formaat.

Op de nieuwe kaft van mijn Sprookjes van Andersen staat Twee koningskinderen, een schilderij dat verwijst naar Sprookje 113 uit de Grimm-verzameling. Het is werk uit 1900-1901 van de Brabantse kunstenaar Jan Bogaerts.

ANDERSEN COVER BOGAERTS BY BOF

Alle boekomslagen © BOF redux, 1984-2019.