Ballast

2010-30-13 griz-nez l'âme libre PHOTO GERTRUDSDOTTIR

Dan is er nog een andere armoede, een innerlijke armoede, en daarover gaat het woord van onze Heer wanneer Hij zegt: ‘Zalig zijn de armen van geest’.
– Meister Eckhart

Innerlijke armoede is een van de kernbegrippen in de preken van de dertiende-eeuwse theoloog Meister Eckhart. Het gaat bij die armoede niet om het afstand doen van materieel bezit maar om het loslaten van het eigen ego. De mens moet, aldus Eckhart, even leeg zijn van eigen weten, als hij deed toen hij er nog niet was. Ik vind het machtig interessant maar bevatten doe ik het niet. In mijn hoofd, waarin sinds ik denken kan alles om mijn eigen weten draait, zingen Eckharts uitspraken rond zonder wortel te schieten.

Toch zijn er wel handreikingen te vinden. In ‘De rust van de contemplatie’ licht broeder Guerric Aerden een tipje van de contemplatieve sluier op. Het begint allemaal met houding. Stap voor stap zet, aldus Aerden, de contemplatief zich aan zijn taak. Dat gaat zo:

Zich een beschouwende houding eigen maken
Wachten
Zich overleveren

Ongeduldige, op het ego gerichte vragen (Hoe eigen maken? Wachten waarop? Overleveren waaraan?) pareert hij met een antwoord dat een zenmeester waardig is:

De contemplatief laat zich (…) modelleren op de draaischijf van ge-hoor-zaamheid aan een principe dat hem grotendeels ontsnapt, waar hij geen grip op heeft.

Een monnik doet wat hem gezegd wordt, zonder te weten waar hij mee bezig is. In de praktijk van alledag leeft hij volgens de regels van het klooster waar hij heeft aangeklopt. Aerden benadrukt dat dit geen kwestie is van even doen: een contemplatief leven is niet voor de eendagsvlieg weggelegd.

Intussen geven, de ijver van hun lezer ten spijt, de leerteksten hun betekenislagen niet prijs. De wankelmoed die dan toeslaat, daar had ik graag meer over geweten. Heeft de contemplatief dat ook? Dat een (heilige) tekst hem totaal niets zegt? Nergens een snaar raakt? Niet te volgen is? Blijft hij dan gewoon contempleren? Hoe doet hij dat, iets contempleren waar hij de ballen van snapt? Aerden gaat op geen van deze twijfels in. Geduld is een schone zaak. Wat niet is, kan nog komen. Wachten dus.

Geduldig wachten mag een passieve bezigheid lijken, Aerden noemt het ‘hard labeur’. Het is niet gericht op begrip maar op het vinden van rust. Daarmee heeft de contemplatief meteen zijn eerste paradox te pakken, want die rust is tegelijk voorwaarde en resultaat. Met rust verwerft hij vrijheid, en die vrijheid wendt hij aan om, tweede paradox, zichzelf aan regels te onderwerpen. Dáár doelt Aerden op als hij het woord ‘gehoorzaamheid’ met Dik Trom-streepjes spelt. Alleen in volledige gehoorzaamheid kan alle persoonlijke ballast overboord, en kan er een aanvang worden gemaakt met het kneden van de ziel ter (levenslange!) voorbereiding op het eeuwig ogenblik. Elke kloosterling kent die ge-hoor-zaamheid, wij leken hebben geen idee.

En terwijl de contemplatief rond de klok bezig is met zijn psalmen en de dagregel van zijn orde, kijk ik elke ochtend even over zijn schouder mee. Uit nieuwsgierigheid. Met al mijn ballast nog aan boord.

◊◊◊

Broeder Guerric Aerden ocso, ‘De rust van de contemplatie’. In G. Meertens, Loutering. 2016.
Het project Loutering bestaat uit een boek en een serie abstracte schilderijen van beeldend kunstenaar George Meertens. De titels van de werken benoemen de gang van de contemplatief: van het kruisteken (Hoogte, breedte, lengte en diepte) tot het schijnbaar bereiken van de bestemming (Heerlijkheid) en de noodzaak van hernieuwde contemplatie (Rouwmoed); de schilderijen zijn hier een fysieke uitdrukking van.
Aerden verweeft Meertens’ titels als vanzelfsprekend in zijn begeleidende tekst, te lezen op georgemeertens dot com / loutering-tekst (doorscrollen naar het tweede essay). Ook de werken zijn op de website van de kunstenaar te zien.

Meister Eckhart, Over God wil ik zwijgen. Preken & traktaten. 20183. Vert. C.O. Jellema. De innerlijke armoede komt meteen in de eerste preek al uitgebreid aan bod, naar aanleiding van Mattheus 5,3: Beati pauperes spiritu …

Prent: Cap Griz-Nez, 2010 (L’âme libre dans la lumière). Foto © Gertrudsdottir.