
Toeval of niet, ineens repten beide boeken die ik las over El Greco.
Het begon allemaal met de vermelding van een ‘woeste schets van Theotocopoulos’ in de slaapkamer van de protagonist van Tegen de keer van Joris-Karl Huysmans. Dat boek schotelt de lezer erg veel namen voor waar ik nog nooit van had gehoord, maar Theotocopoulos bleek El Greco te zijn, de kunstenaar naar wie ik net nieuwsgierig was geworden nu in het boek dat ik parallel aan dat van Huysmans las, Of Human Bondage van William Somerset Maugham, WSM’s protagonist (en alter ego) Philip zich heilig voornam om naar Toledo af te reizen om de mystiek van El Greco te doorgronden.
Huysmans vermeldt verder alleen nog El Greco’s ‘wrede kleuren’ en ‘een Christus … met ontspoorde motoriek’, en WSM – dat vond ik echt jammer – laat, overigens in lijn met zijn eigen levensloop, zijn alter ego een carrièreswitch maken: hij zegt de kunsten vaarwel en besluit dokter te worden. Van de voorgenomen Spanje-reis komt niets meer terecht, El Greco verdwijnt in Philips vergeetboek.
Maar niet in dat van mij. Ik ging nu gerichter op zoek en kwam uit bij een dokter van eigen bodem: Simon Vestdijk, die zijn witte jas nog maar net uit had toen hij een hele roman wijdde aan El Greco: Het vijfde zegel. Zijn Griek maakt een artistieke crisis door nadat Filips II, de Spaanse koning, een van zijn schilderijen heeft afgekeurd. De kunstenaar weigert hierna nog rekening te houden met de wensen van zijn opdrachtgevers, en komt door een nieuw schilderij, ‘De opening van het vijfde zegel’, in de problemen met de inquisitie.
Nou weet ik wel zo’n beetje wat voor zegel dat vijfde zegel is, , en dat de inquisitie niet zit te wachten op een schilderij met dat zegel als thema, maar zelfs met de Bijbel op schoot begreep ik het niet echt. Eigenlijk kon ik niet verder met Vestdijk voordat ik er meer vanaf wist.
En zie: prompt diende zich dokter nummer drie aan om me bij te praten. Dit was een geneesheer uit het alternatieve circuit: Hans Moolenburgh sr. Jaren terug had ik een lijvig manuscript gecorrigeerd waarin deze gepensioneerde huisarts maar onverminderd actieve activist de verzen van het Bijbelboek Openbaring een voor een in gewone taal uitlegt en Johannes’ verkondiging van het einde der tijden matcht met numerologische kunststukjes die hij naadloos laat aansluiten op gebeurtenissen uit de recente wereldgeschiedenis.
Moolenburghs exegese bracht wat ik moest weten over dat vijfde zegel snel weer boven water, zodat ik terug kon naar de lotgevallen van de fictieve Greco. Waarvoor ik verder alleen nog de Lekturama-reproducties van de echte hoefde te raadplegen om, als in een album met familiefoto’s, te checken hoe El Greco’s vrouw en kind eruitzagen. Of om te turen naar de franciscaner monnik op de Orgaz, het model voor Vestdijks intrigerende personage Francesco Esquerrer.
Heb ik ooit een werk van El Greco in het echt gezien? Nee, niet dat ik me herinner. Maar als het daar nog eens van komt, zal het verhaal dat Vestdijk bij het ontstaan van een aantal van die werken vertelt een grote rol spelen bij hoe ik naar de complexe kunst van de Griek van Toledo kijk.
= = =
El Greco (Domenikos Theotokópoulos, 1541-1614). Boven aan deze post een van zijn Jacobussen, met de typische ‘Greco-hand’. Hieronder de drie schilderijen die bij Vestdijk in de schijnwerper staan, v.l.n.r. ‘Het martelaarschap van de H. Mauritius’, ‘De opening van het vijfde zegel’ en ‘De begrafenis van graaf Orgaz’.

F. Dony (red.), Het komplete werk van El Greco. Z.j. [na 1976].
J-K. Huysmans, Tegen de keer. Vert. J. Siebelink, 1987.
Oorspr. À rebours, 1884. El Greco komt langs in hoofdstuk 5, gewijd aan schilderijen ‘… die zijn zenuwstelsel [zouden] schokken door erudiete hysterie, gecompliceerde nachtmerries en trage, onheilspellende visioenen.’ Frappant, want Vestdijks Greco wordt als maker door nagenoeg dezelfde ellende geplaagd.
W. Somerset Maugham, Of Human Bondage. 1915. In hoofdstuk 88 is Philip tijdelijk in de ban van El Greco.
S. Vestdijk, Het vijfde zegel. Roman uit het Spanje der Inquisitie. 1937.
Online te lezen op dbnl.org, in gemoderniseerde spelling.
In mijn boek, een eerste druk, is de spelling onvervalscht ouderwetsch, en ook het kloeke boekformaat en dito bladspiegel passen bij een historisch verhaal. Maar ook zonder antieke spelling heeft Het vijfde zegel zo zijn barrières waar de lezer de draad van Greco’s (en Vestdijks) betoog snel kwijt dreigt te raken.
De Spaanse woorden en Latijnse spreuken waar ik in de eerste hoofdstukken op vastliep worden (zo bleek toen ik eens achterin keek) netjes verklaard in een begrippenlijst , en ook de voornaamste personages staan in een handig lijstje. Toch is ook enige affiniteit met rooms-katholieke geloofskwesties van ver vóór het Tweede Vaticaans Concilie, heiligendagen etc. een pre om zelfs de gewone eettafelgesprekken bij de Theotokópoulosjes thuis goed te kunnen volgen, laat staan de gedachtegangen van de Griek als hij over zijn schilderijen nadenkt.
Het dreigende ingrijpen door de inquisitie maakt het verhaal gaandeweg steeds spannender, de onvermijdelijke theologische scherpslijperij daaromheen is zo gedoseerd, dat de spanning er minimaal onder lijdt. Desondanks vind ik Greco’s artistieke worsteling met de onderwerpen die hij schildert en hoe hij ze schildert vele malen interessanter. Zijn onvrede over de opzet en uitvoering van de grote opdracht ‘De begrafenis van graaf Orgaz’ leidt tot veel gepieker, en als lezer kijk je (door de bril van Vestdijk) over de schouder van de kunstenaar mee naar het half voltooide doek – en komt ‘spelenderwijs’ te weten wie er zijn geportretteerd, waarom ze zijn geportretteerd en – niet onbelangrijk – waarom ze zó zijn geportretteerd. De verteller lijkt daarbij rechtstreeks te spreken vanuit het licht ontvlambare hoofd en hart van de mens Domenikos Theotokópoulos, die de wereld kent als de kunstenaar El Greco. Dat werkt.
Bijbel, NT. De openbaring van Johannes. Het vijfde zegel komt aan de orde in hoofdstuk 6, vers 9-10. Vestdijk citeert:
En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen dergenen die gedood waren om het Woord Gods en om de getuigenis die zij hadden. En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoe lang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen die op de aarde wonen?
H. Moolenburgh sr., Het boek Openbaring als baken voor onze tijd. 2015. Hoofdstuk VI: Een blik op tweeduizend jaar wereldgeschiedenis.