Tegen metaforen

Toycam_2007_uvrm FOTO GERTRUDSDOTTIR

In de bibliotheek check ik altijd even HUMO, een blad waar Vlaanderen trots op mag zijn. De recensent bespreekt Waar verzet jij je tegen?, een deel in de reeks ‘Nederland in ideeën’ waarin elk jaar een nieuwe open vraag wordt voorgelegd aan wetenschappers, kunstenaars etc. etc. – niet slechts van Nederlandse maar ook van Vlaamse komaf, al blijven die laatsten dus in de titel onvermeld. De vraagsteller is dit keer Anton Corbijn, een van de beantwoorders Erik de Jong, de man die, aldus de man van HUMO, ‘zijn hoofd draait als je Spinvis roept’.

Een gelauwerd tekstdichter, of singer-songwriter, zoals dat tegenwoordig heet. En juist hij verzet zich tegen metaforen.

Tegen, zo preciseert De Jong, het klakkeloze gebruik (in krant en tijdschrift, op blog en online nieuwsflits) van beladen beeldtaal als ‘een tsunami van vluchtelingen’ en ‘de strijd tegen kanker’. Het is beeldspraak waarmee een gebruiker zich vaak zelfs zonder het te beseffen een attitude op de hals haalt die meer over hem zegt dan hij misschien kan verantwoorden.

Een tsunami is niet zomaar ‘veel’. Het is een dood en verderf zaaiende vloedgolf, die alles wat op zijn pad komt vernietigt. Is dat wat vluchtelingen doen? Zijn vluchtelingen dan niet zélf slachtoffer?

In het geval van kanker maakt het voor je eigen beleving nogal wat uit of je de ziekte ziet als je vijand of als een defect van je eigen afweersysteem. Volksziekten als kanker, reuma en diabetes worden als vanzelf ‘omsingeld’ met oorlog en geweld predikende beeldtaal, en dat schept verwachtingen waaraan niet iedere patiënt kan of wil voldoen. Waarom kunnen we niet gewoon kanker hebben?

Sturende beeldspraak hecht zich bij veelvuldig gebruik aan de taal als kauwgom aan een stoeptegel. Taal zal nooit waardenvrij zijn, maar een bewuste taalgebruiker weet wat zijn metaforen over hem zeggen.

◊◊◊

Het besproken boek verscheen in 2017 bij Maven Publishing, onder red. van M. Geels en T. van Opijnen.

Prent: Thuis, 2011. Foto © Gertrudsdottir.