En keer altijd terug naar de bron, namelijk het lijden.
– Michel Houellebecq
Voor mijn jaarlijkse dosis Houellebecq heb ik een paar weken geleden Mogelijkheid van een eiland meegepakt uit de bibliotheek, waar een indrukwekkende rij romans van de meester op lezers stond te wachten. Eerder las ik Onderworpen en, met veel genoegen, De kaart en het gebied. Hierna zullen de Houellebecqs dus telkens van nog vroeger datum zijn. Daar zit geen diepere bedoeling achter, maar omdat ik Mogelijkheid niet ga uitlezen rijst wel de vraag of er nog een hierna komt.
De wereld is een zich ontplooiend lijden. Een kern van lijden ligt aan haar oorsprong.
Dat hij tot meer in staat is dan snerpend cynisme en het omver halen van linkse heilige huisjes bleek toen ik parallel aan Mogelijkheid de bundeling De koude revolutie las, en daar een lyrisch essay over Neil Young tegenkwam. Aan het Amerikaanse fenomeen Valerie Solanas wijdt hij maar liefst twee essays waarin ze nu eens niet als freak te kijk wordt gezet maar als iemand naar wie geluisterd had mogen worden. In deze bundeling komt een heel andere Houellebecq om de hoek kijken: dit is een dichter, een lyricus die van kathedralen houdt.
Ook opgenomen in de bundel is het manifest ‘Leven, lijden, schrijven – methode’ uit begin jaren negentig: hierin ontvouwt de ‘jonge’ Houellebecq zijn vision d’artiste en wordt in kort bestek de grondhouding van de dichter versus de wereld gedefinieerd.
Ontwikkel bij uzelf een diep ressentiment jegens het leven. Dat ressentiment is een noodzakelijke voorwaarde voor elke waarachtige kunstuiting.
Deze handleiding voor de woordkunstenaar wordt door de auteur in Mogelijkheid van een eiland, en vast ook in de romans die ik nog niet heb gelezen, rigoureus in praktijk gebracht – Houellebecqs poëtica geldt dus niet alleen de dichter. En dan vind ik het toch gek dat zo’n ijzersterk essay, dat knettert en sist, dat echt iets te zeggen heeft, een roman oplevert die weliswaar zo zijn momenten heeft (de vertrouwde snoeiharde maatschappijkritiek, nietsontziende grappen en bij wijze van bonus een sciencefictionachtige setting waarin de ‘individuele’ mens eindeloos wordt gekloond), maar voor het overige geobsedeerd is door natte poezen, nota bene in een verhaal dat het failliet van de menselijke seksualiteit tot thema heeft. Eiland of geen eiland, daar kom ik met geen mogelijkheid doorheen.
De verschijningsvormen van het lijden zijn belangrijk; ze zijn niet wezenlijk. Elk lijden is goed; elk lijden is nuttig; elk lijden werpt zijn vruchten af; elk lijden is een hele kosmos.
Het probleem van ‘programmatische’ literatuur – met als hoofdproduct de ‘ideeënroman’ – is dat verhaal en personages als eersten worden geofferd op het altaar van het uit te dragen idee. Houellebecq werkt in Mogelijkheid (dat hij zijn magnum opus zegt te vinden) een voldragen idee uit, maar dat komt in de verdrukking doordat hij zich eigenlijk veel liever op zijn stokpaardje hijst en – althans op papier – uitentreuren lolita’s penetreert – met een wanhoop alsof Solanas nog leeft en elk moment met haar bijltje kan komen hakken.
Nee, dan zijn ode aan H.P. Lovecraft – door Houellebecq ook weer ‘roman’ genoemd. Ook daar komt een expliciete levenshouding uit naar voren, een artistieke visie die onthuld wordt in de titels van de hoofdstukken die samen het deel ‘Aanvalstechnieken’ vormen:
Zet het verhaal in als een stralende zelfmoord
Spreek zonder versagen het grote Nee tegen het leven uit
Dan zult u een machtige kathedraal zien
En uw zinnen, dragers van onzegbare ontregelingen
Zullen de contouren schetsen van een totale waanzin
Die zal opgaan in de onnoembare architectuur der tijden.
Het heeft me in elk geval nieuwsgierig gemaakt naar H.P. Lovecrafts ‘grote werken’.
◊◊◊
Michel Houellebecq, La possibilité d’une île. 2005. In het Nederlands: Mogelijkheid van een eiland. 2005. Vert. M. de Haan.
Rester vivant – méthode. 1991 en 1997. In het Nederlands: ‘Leven, lijden, schrijven – methode’. In: De koude revolutie. Confrontaties en bespiegelingen. 2004. Vert. M. de Haan.
H.P. Lovecraft: Contre le monde, contre la vie. 1991. H.P. Lovecraft creëerde met zijn weird tales in de jaren 1930 een eigen, onwerelds universum waaruit een complete cultus is ontstaan. Zelf is de auteur zijn creaties evenwel altijd als fantasie blijven zien.
Houellebecqs Lovecraft-essay, ‘Tegen de wereld, tegen het leven’, is opgenomen in De koude revolutie. Ook de stukken over Neil Young en Solanas staan erin. De bundeling wordt door de uitgever gepresenteerd als roman, wat het niet is, al denkt Houellebecq daar vermoedelijk anders over. Mooi meegenomen is dat het boek hierdoor in de bieb bij de H van HOUE staat, en niet bij de 855.3 van ja, waarvan eigenlijk. Dan was ik het niet tegengekomen.
Valerie Solanas dankt haar roem vooral aan haar poging om in 1968 Andy Warhol dood te schieten. Ze schreef het S.C.U.M.-manifest en richtte de gelijknamige beweging op: de Society for Cutting Up Men.
Prent: Vuchtpolder, 2018. Foto © Gertrudsdottir.