Geheimschrift

Alhoewel [hij] op 17-jarige leeftijd uit de catechesatie werd gestuurd omdat hij het scheppingsverhaal niet wilde aanvaarden, bleef hij zijn leven lang een gelovig mens die in de stenen (zoals hij schreef) het geheimschrift zag van een hogere werkelijkheid naar de ideeën van God.

De [hij] in dit citaat is Pieter van der Lijn, amateur-geoloog en auteur van Het keienboek waarvan – dankzij een van de weggeefboekenkastjes op mijn wandelroute – een exemplaar in mijn bezit is. De keien die hij verzamelde worden bewaard in de Van der Lijn-collectie van Museum Schokland, waar (aldus een bericht op de website) ‘ooit de tand des tijds knaagde aan de toegankelijkheid van de collectie en de muizen soms knaagden aan de etiketten’.

Schokland is ook onderwerp van Harry Mulisch’ ironische ‘scheppingsverhaal’ de sprong der paarden en de zoete zee. Ik kan me niet herinneren dat er keien in voorkomen, maar in de vele vertellagen verwaardigt de schrijver zich meer dan één cryptische knipoog naar een hogere werkelijkheid.

***

P. van der Lijn, Het keienboek. Mineralen, gesteenten en fossielen in Nederland. 1923. Het citaat komt uit de pen van G.J. Boekschoten, bezorger van de zesde druk die begin jaren 1970 verscheen.

Auteur van het bericht op de museumwebsite is N. Zethof, die in 1989 de Van der Lijn-collectie beschreef.

H. Mulisch, de sprong der paarden en de zoete zee. 1954.

Prent: Thuis, 2021. Foto © Gertrudsdottir.