Op een koele middag fietsen we
het dorp en de Woordweg in, waar
op het witgepleisterde hoekhuis
boven twee een beetje scheve ramen
een woord staat geschreven.
Vier ook een beetje scheve letters,
te lezen van rechts naar links.

Naderhand, op zoek naar iets anders,
zie ik thuis het woord staan, hwhj – of,
in vertrouwder links naar rechts,
jhwh. Jahweh. Echt? Stond dat daar ook?
Google tovert de muur tevoorschijn, niet
heel wit; twee niet heel scheve ramen.
Woord weg.
***
Niet-gemaakte foto’s, nr. 01.
Het boek waarin ik thuis al bladerend het woord weer tegenkwam is Oude en nieuwe Iconographie ten dienste van den scheppenden kunstenaar, in 1937 samengesteld door broeder Leopold, docent aan de Gentse academie – een vademecum voor de vanuit het katholieke gedachtegoed werkende steenhouwer en monumentmaker. Op p. 253 staat: ‘Er is maar één algemeen aanvaard symbool dat de Godheid kortaf verzinnebeeldt: J e h o v a : Ik ben Die ben’. Boven aan p. 254 volgt het symbool zelf: de vier hierboven genoemde Hebreeuwse letters hee-waw-hee-jod.
De muur is online snel gevonden – de straatnaam is blijkbaar uniek voor Nederland.