If one pauses to enjoy vulgar satisfactions, you know, one loses sight of one’s objectives.
— William Gaddis
De kracht van het geschreven woord valt niet te onderschatten. Als ik niet slaap, lees ik: voor mijn werk, voor de lol. Eigenlijk ben ik een geboren lezer.
Toeval speelt een grote rol bij het tot stand komen van mijn leeslijst. Ik kom aan auteurs via mijn werk of doordat ze door andere auteurs genoemd worden. En dankzij zulke toevalligheden heb ik kennis gekregen aan een paar literaire reuzen, meestal mannen, meestal al dood eer ik ze leerde kennen. Hun oeuvre helpt me mijn positie te bepalen in relatie tot de hierboven genoemde vulgar satisfactions en de eigen objectives.
De Amerikaan William Gaddis is zo’n reus. Het universitair curriculum bracht ooit Carpenter’s Gothic op mijn pad, later rapporteerde ik op verzoek over A Frolic of His Own (helaas zonder dat dit tot een vertaalopdracht leidde) en nog weer jaren later haalde ik The Recognitions in huis, een meesterlijke roman over kunst, plagiaat en vervalsing.
Nog lang bleef ik spelen met de gedachte een sabbatical te nemen en een van Gaddis’ encyclopedische, complexe romans te vertalen – ook al beschikte ik over slechts één van de vier essentialia die volgens Herman Melville’s Ismaël vereist zijn om een karwei goed te doen: tijd, kracht, duiten en geduld. Inmiddels beschik ik er over twee, misschien zelfs drie, maar ik vermoed dat ik Gaddis’ virtuoze, erudiete, knettergekke geschriften vooral zal lezen. Keer op keer.
◊◊◊
W. Gaddis, The Recognitions. 1955. Duitse vertalers is het wel gelukt een uitgever te vinden voor zijn oeuvre in de landstaal. Het citaat in het (mijn) Nederlands:
Weet je, door pas op de plaats te maken om gemene genoegens te smaken verlies je je doelen uit het oog.
De vier essentialia staan in Moby-Dick, or The Whale. 1851. In het Amerikaanse origineel roept Ismaël, de verteller: ‘Oh given time, strength, cash, and patience!’ Nederlands van mij.
Prent: Twee Olympia’s, 2013. Foto © Gertrudsdottir.