Een scheut mysterie

Poroholma, augustus 2011. © Gertrudsdottir.

Some mystery should be left in the revelation of character,
just as a great deal of mystery is left in the revelation
of character in life, even one’s own character to himself.
– Tennessee Williams

Het is ongebruikelijk dat een toneelschrijver zich midden in de actie ineens tot de regisseur wendt om hem iets aan het verstand te peuteren.

Tennessee Williams doet het in een ongebruikelijk lange ‘regieaanwijzing’ in het tweede bedrijf van Cat on a Hot Tin Roof, zijn favoriete toneelstuk. Hou het een beetje mysterieus, zo schrijft hij, als je het karakter van je personage onthult – net als in het echte leven, waar bij het onthullen van het karakter flink wat mysterie overeind blijft, zelfs over jouw eigen karakter voor jezelf.

Wie Cat alleen als speelfilm kent, krijgt natuurlijk helemaal geen regieaanwijzingen te zien. En de kans is groot dat je, kijkend naar de klassieke verfilming uit 1958, met Paul Newman als Brick en Elisabeth Taylor als zijn vrouw Maggie (‘Cat’), niet eens iets meekrijgt van het mysterie waar Williams met zoveel nadruk over spreekt.

Vaak leidt een verfilming toch al af – de kijker is overgeleverd aan het tempo van de film en ziet (en hoort) van alles en nog wat, en dan kunnen hem de nodige subtiele hints ontgaan, terwijl ze zich op papier een voor een aandienen, en de lezer altijd even terug kan bladeren om een passage opnieuw te lezen.

Zelf werd ik op Williams’ hang naar mysterie geattendeerd door Olivia Laing, die in haar boek over drinkende schrijvers, A Trip to Echo Spring (2014), vertelt waarom Williams zo nodig de actie van Cat moest onderbreken om de regisseur (en de lezer) met zijn theorie om de oren te slaan.

Er is een reden waarom Brick, die op zijn krukken naar de whiskeyfles hobbelt voor het zoveelste ‘uitstapje naar Echo Spring’, zo’n drankprobleem heeft. Zuipen doe je niet voor de lol. Voor het oog van de wereld verdrinkt hij zijn verdriet om de zelfmoord van zijn kameraad Skipper. Maar de mogelijkheid dat die vriendschap een romantische lading had, dat weigert Brick te erkennen – niet omdat die lading er niet was (want die was er wel) of omdat je zoiets niet openlijk kon toegeven (wat inderdaad niet kon, in het homofobe Amerika van de jaren vijftig), maar omdat Brick het zelf niet wil weten. Hij ziet zijn eigen geaardheid niet, en klampt zich wanhopig vast aan hoe hij zichzelf wél ziet, maar de bodem is onder zijn bestaan uit geslagen. Voor hem zit er niets anders op dan de waarheid onder ogen zien of, als dat niet gaat, zijn toevlucht zoeken in iets als alcohol.

De leugen, het hoofdthema in Cat, een stuk waarin alle personages liegen dat ze zwart zien, krijgt er met de onuitgesproken reden voor Bricks vlucht in de drank een dimensie bij, en dat maakt van het drankorgel waar iedereen zich vreselijk aan ergert een levensecht personage dat Williams’ theorie over mysterie en karakter uitdraagt door juist niet te doen wat iedereen van hem verwacht. Hij komt niet tot een verlossende inzicht, maakt niet die magische omwenteling door, maar is uitsluitend de mens die hij kan zijn.

Dat levert literatuur op die geen platgetreden paden inslaat maar een heel persoonlijke stem laat horen. Dichter bij het echte leven kun je niet komen, en verfrissend is het ook. Daar was Williams, zelf ook een vaste bezoeker van oorden als Echo Spring, zich van bewust als hij schrijft:

Weet je, verlamming in een karakter kan net zo betekenisvol en net zo dramatisch zijn als groei en bovendien is het niet zo afgezaagd. Denk maar aan Tsjechov.

Tennessee Williams, Cat on a Hot Tin Roof. 1954. Het citaat over verlamming staat in Williams’ Selected Letters, deel II. Nederlands van mij.

Olivia Laing, A Trip to Echo Spring. 2014. In het Nederlands: Het uitstapje naar Echo Spring. 2014. Vert. L. van Campenhout. Laing reist in haar boek behalve Williams nog vijf roemruchte Amerikanen na die de fles naast de typemachine hadden staan: Berryman, Carver, Cheever, Hemingway en Scott Fitzgerald. Dat stond garant voor media-aandacht; het boek werd alom gerecenseerd en lag op tafel bij DWDD, waar Connie Palmen kwam vertellen hoe dat zit met drank en schrijvers.

Prent: Poroholma Pool, 2011. Foto © Gertrudsdottir.